Manifest-aanjager van het eerste uur Martin de Haan is programmadirecteur van het samenwerkingsnetwerk Vakschool Technische Installaties Amsterdam (VTi). Hij ontving dit voorjaar de wisseltrofee Werken en ontwikkelen NH 2030 voor onder meer de invulling die hij met VTi heeft gegeven aan ecosysteem- en campusvorming.
Eind van het jaar geeft hij de prijs door. “Je voelt ineens dat alle inspanningen het helemaal waard zijn.”
“Het onderwijs is vandaag de dag zoveel leuker”, zegt De Haan “Ik was een jaar of 10 toen ik een televisie-uitzending zag over de lts. De machines waren nog van voor de oorlog. Techniek op scholen liep in die tijd enorm achter. Dat spreekt natuurlijk helemaal niet aan. Leerlingen willen niet met oude troep werken. Kijk naar het onderwijs nu. Dat is hybride. Je ziet studenten in praktijkruimtes van bedrijven aan het werk met de nieuwste technologieën en dingen doen die ze op school niet kunnen.”
De oorsprong van VTi ligt al in 2012. 3 ondernemers hadden grote zorgen over het technisch onderwijs in Amsterdam en zagen dat veel te weinig kinderen voor techniek kozen. Zij wilden een eigen school beginnen. Vanuit die drive begon VTi. Er was een kloof tussen het aanbod van het onderwijs en de behoefte van de bedrijven. “Daar wilde ik wat aan doen. In al die jaren heb ik geleerd dat het bijdraagt aan het succes wanneer je redeneert vanuit een echte uitdaging, een echt probleem. Niet vanuit het belang van een persoon of gewoon omdat er geld is.”
1 van de ambities waarvoor De Haan zich inzet is het goed vormgeven van Leven Lang Ontwikkelen (LLO). “Bedrijven en onderwijsinstellingen moeten dat samen doen.” Hij is zich ervan bewust dat het een zoektocht is. “Er zijn veel verschillende publiek-private samenwerkingen (PPSen), waarvan VTi er 1 is. Zij zetten zich allemaal in voor dezelfde duurzame ambitie, ieder binnen een eigen domein.”
Naast bouw- en installatietechniek zijn er thema's als mobiliteit, agritech, haven- en maakindustrie, die een focus hebben op respectievelijk elektrische voertuigen, smart maintenance & waterstof, precisielandbouw. In totaal zijn er 12 PPS-en. Deze worden ook wel campussen genoemd.
“Er is veel dat we nog niet van elkaar weten en toch hebben we met elkaar een doel afgesproken. Nu moeten we ons verbinden. De manier van werken via PPS-structuren moeten we doorontwikkelen. Maar hoe organiseer je daarbij dat je ieder initiatief in zijn eigen kracht laat? En hoe stuur je dat aan? Het uitvinden van de High impact PPS (HIP) is dan ook een superleuke uitdaging”, aldus De Haan. “VTi is een netwerkorganisatie, geen instelling. Dat maakt financiering soms lastig, want we vermarkten niks. Wij hebben een aanjaagfunctie. We brengen partijen bij elkaar, innoveren en agenderen belangrijke thema’s.”
Liefde voor techniek kreeg De Haan al jong mee vanuit huis. Zijn vader werkte als weg- en waterbouwkundig ingenieur aan onder andere de Hemspoortunnel en Neeltje Jans. Hij nam De Haan overal mee naartoe. Daarna kreeg hij in zijn carrière bij de marine ook veel met techniek te maken. “Niet dat ik de techniek daar deed, maar ik maakte er wel veel gebruik van.” Hij sleutelt zelf ook graag aan apparaten. “Mijn dvd-speler was stuk. Ik heb ‘m uit elkaar gehaald, een onderdeel van 80 cent vervangen en hij doet het weer.”
Het winnen van de wisseltrofee betekent veel voor De Haan: “Het geeft me energie om door te gaan. Het is lang niet altijd makkelijk: een PPS opbouwen, leidinggeven aan initiatieven en deze verder brengen. Onderweg kom je weerstand tegen, onbegrip of verschil in visie. Dat kost veel energie. Maar dan krijg je zo’n waardering en dan voel je ineens dat alle inspanningen het helemaal waard zijn.”
De Haan is inmiddels een door de wol geverfde doorzetter en neemt naar eigen zeggen geen genoegen met het antwoord ‘dat kan niet’ of ‘dat is onmogelijk’. “Je moet niet bang zijn voor tegengas, dat krijg je sowieso. Het is belangrijk dat je de rug recht houdt, vertrouwt in je visie en een goede timing hebt.”
De Haan is trots op de hybride docentenopleiding die VTi samen met partners heeft ontwikkeld. “Het technisch onderwijs heeft al jaren een tekort aan techniekdocenten. Wij hebben een kop-opleiding ontwikkeld voor mensen die al veel vakkennis hebben en dit willen overbrengen, maar niet een volledige lerarenopleiding willen of kunnen doen. Of niet meer dan 2 dagen vast in het onderwijs willen werken. Inmiddels zijn er zo’n 60 gediplomeerde hybride docenten in Noord-Holland.”
“Logistiek is als hybride docentschap voor bedrijven en onderwijsinstellingen nog lastig in te passen. Onderwijsinstellingen hebben vaak een vast onderwijsprogramma. Hybride docenten hebben vaak een heel specifiek vakgebied. Hoe verweef je dat met elkaar? De grootste uitdaging is, dat de hybride docent nog niet is erkend is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voor deze zaken gaan wij ons nu hard maken.”
Met elkaar kunnen we impact hebben op de student, scholier en het mkb. Voor die doelgroepen doen we het uiteindelijk allemaal. Het gaat erom dat zij enthousiast worden voor een carrière in de technische sector. De Haan ziet voor zich hoe het kan zijn, maar de afstemming en synchroniciteit zijn nog onvoldoende. Daar ligt volgens hem een grote kans. “Dan bied je én goede carrièreperspectieven voor (toekomstige) werknemers én goed geschoolde professionals voor bedrijven. Dan heb je economische impact, terwijl je ondertussen de klimaattransitie versnelt.”