Laten we er geen doekjes om winden. Het vinden van gecertificeerde vaktheoriedocenten is bijna als het winnen van de Staatsloterij: de kansen zijn miniem. Dan is het dus zaak om op andere, slimme manieren te voorzien in het benodigde onderwijs. Dat is waar opleidingsmanager Samir El Moussaoui van ROC van Amsterdam dagelijks mee bezig is.
Het team Elektro- en Installatietechniek aan het ROC telt 35 docenten. Zij bedienen 850 studenten, zowel BOL (bijna fulltime) als BBL (de vroegere beroepsleergang) op niveau 2, 3 en 4. In 2017 waren dat nog 550 studenten. Volgens Samir is de toename mede te danken aan de imagoverbetering van techniek als vak door VTi Amsterdam. ‘Duurzame techniek, van het gas af, elektrisch rijden, zonnepanelen: mensen zien het belang van techniek in hun nabije omgeving en ook dat het allang niet meer gaat om vieze handen op een koude bouwplaats’, zegt hij. ‘Ook de werving op VMBO-scholen werpt vruchten af. Daarnaast is het bekend dat we nu al 50.000 technici tekort komen en dat er dus toekomst zit in dit vakgebied.’
Niet alleen aan technici, maar ook aan technisch vakdocenten is een schreeuwend tekort. Samir: ‘Gecertificeerde technische docenten zijn nauwelijks te vinden, vooral doordat de docentenopleidingen Elektro- en Installatietechniek jaren geleden hun deuren hebben gesloten. Ook het lesgeven is veranderd. In het verleden waren er zes verschillende opleidingen op het gebied van elektrotechniek, zoals meet- en regeltechniek en elektronica. Elke docent gaf één zo’n vak, of soms twee. Maar nu moeten docenten lessen verzorgen in ál die onderdelen.’ Aan docenten wordt soms ook getrokken vanuit het bedrijfsleven, vanwege datzelfde nijpende gebrek aan technici. ‘Natuurlijk doen wij aan werving via uitzend- en detacheringsbureaus, op de site en middels recruitment’, stelt Samir. ‘Maar daarnaast is creativiteit vereist om de lessen te kunnen invullen.’
Het ROC van Amsterdam werkt met drie andere soorten docenten: de hybride docent, zij-instromers en instructeurs. ‘De hybride docent staat met één been in het bedrijfsleven en met het andere in het onderwijs’, legt Samir uit. ‘Dit moet nog verder uitgewerkt worden, in mijn optiek. Het idee is dat de docenten hun tijd kunnen verdelen over beide werelden, maar in de praktijk blijven ze vaak fulltime werken in het bedrijfsleven en doen het lesgeven ernaast. Aan de ene kant is de overstap naar docentschap voor sommigen financieel niet aantrekkelijk, aan de andere kant kunnen sommige bedrijven niet meebewegen met urenvermindering.’ Zij-instromers mogen lesgeven terwijl zij een PDG-cursus volgen voor de lesbevoegdheid. Instructeurs zijn alumni die zelf hun MBO-studie hebben afgerond en meehelpen bij het lesgeven.
Een andere toegepaste methode om voldoende kwalitatief vakonderwijs te bieden is het vrijmaken van de vaktheoriedocenten van taken als mentorschap en één op één studentbegeleiding. Niet-technische docenten nemen die taken van hen over. Zo kan het gebeuren dat een docent Nederlands of rekenen de stagebegeleider is van een technisch student. En als laatste is Samir bezig om meer online onderwijs te verzorgen in de vorm van hoorcolleges die door grotere groepen gevolgd kunnen worden, zodat één docent meer studenten kan bedienen. ‘Hier lopen we wel tegen beperkingen aan: enerzijds zijn veel vakken alleen fysiek mogelijk en anderzijds is de ervaring dat deze manier van theorie overbrengen wel werkt voor niveau 4, maaringewikkelder is voor niveau 2 en 3.’
Het ROC van Amsterdam is partner van VTi en Samir nodigt zijn medepartners uit om mee te denken over het probleem van docententekort: ‘dit is een gezamenlijk probleem. Ik zie hier een rol weggelegd voor VTi, als bindende partner met een onafhankelijke, bemiddelende rol. We werken nauw samen met VTi en haar partners om de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven te versterken. Het is in deze periode, post-Corona, extra belangrijk om ook in moeilijke tijden de partners aan tafel te houden’, aldus Samir. Het is volgens Samir belangrijk om in het achterhoofd te houden dat veranderingen in het onderwijs vaak trager verlopen dan die in het bedrijfsleven. ‘Onderwijs heeft meer tijd nodig om tot duurzame oplossingen te komen, omdat we altijd op de lange termijn moeten werken, met studies van twee en vier jaar. Het reglement voor zo’n opleiding moet van tevoren klaarliggen en dat maakt je minder wendbaar. Maar wil niet zeggen dat er niets verandert’, besluit Samir.
Over Samir El Moussaoui
Samir is opleidingsmanager van het team Elektro- en Installatietechniek. Zijn hart heeft altijd bij het onderwijs gelegen. Na een opleiding elektrotechniek aan het ROC van Amsterdam deed hij E-Technology aan de Hogeschool van Amsterdam. Zijn afstudeeropdracht, implementatie van duurzame techniek in het onderwijs, omvatte ook het geven van onderwijs aan (V)MBO-studenten. Dit gebeurde in opdracht van het Regionaal Technocentrum Amsterdam (RTCA. Dit leidde tot een vervolgopleiding: de lerarenopleiding. Samir kwam in dienst bij het ROC van Amsterdam als docent Elektrotechniek. Toen de functie Opleidingsmanager in 2017 vrijkwam, solliciteerde Samir meteen voor de functie en kreeg de baan.